In de twintiger en dertiger jaren van de vorige eeuw was notaris Gaston Ooms de man die Beverlo deed leven. Geen enkele organisatie, geen enkel evenement bleek mogelijk zonder de inzet van deze eminente persoonlijkheid die beschikte over een uitgebreid netwerk. De beloning kwam in 1938, toen hij de gemeenteraadsverkiezingen won en burgemeester werd.
Anno 1941 werd hij, net zoals zovele andere burgervaders, door de Duitsers afgezet en … dan stokt het verhaal! Net dat intrigeerde ons. Welk verdoken leven leidde de notaris-(ex)-burgemeester tussen 1941 en de dag dat hij stierf (6 maart 1945), een datum die overigens pas in 1947 in Beverlo bekend werd?
Wij besloten dat op te zoeken en via het Archief voor Oorlogsslachtoffers te Brussel kregen we afdoende antwoorden. Na zijn afzetting als burgemeester was Gaston Ooms in het verzet beland, tijdens een van zijn acties verraden en gearresteerd en na enkele gevangenissen (twee in België, drie in Duitsland) in het concentratiekamp van Flossenbürg (Beieren) terechtgekomen. Daar overleed hij na enkele maanden.
Onze zoektocht naar de waarheid leidde naar het dorp Flossenbürg, waar de restanten van het nazikamp nog steeds getuigen van de gruwel die daar zeven decennia geleden plaatsvond. Gaston Ooms rust er in een anoniem massagraf en dat contrast met zijn betrokkenheid in Beverlo is groot.
Voor een publicatie die wij over zijn laatste levensjaren voorbereidden, zochten we getuigen, medegevangenen die de notaris in Flossenbürg gekend hadden. Dat zulks zoeken naar een naald in een hooiberg was, stond buiten kijf. Maar door simpelweg een advertentietje te plaatsen in het Nieuwsblad (‘Wie kende Gaston Ooms in Flossenbürg tussen december 1944 en maart 1945?’), kwamen we in contact met Constant Julien Droesbeke uit Merchtem. Deze gepensioneerde fotograaf was in 1943 eveneens aangehouden op beschuldiging van verzetsactiviteiten en verzeilde ook in Flossenbürg. Hij kon ons vertellen hoe Gaston Ooms begin maart aan zijn eind kwam (door uitputting en moedeloosheid).
De Heer Droeskbeke heeft in 1993 de voorstelling van het boek bijgewoond, hield er zelfs een toespraak en is nooit opgehouden te studeren op de geschiedenis van het kamp waarin hij ooit vastzat. Zelfs op 85-jarige leeftijd trotseerde hij nog dagelijks de files naar Brussel om in de archieven iets nieuws op te snorren over Flossenbürg. Een intrigerende persoonlijkheid die in 2007 op 101-jarige leeftijd overleed en dankzij wie het boek ‘De laatste dagen van Gaston Ooms’ kon gestoffeerd worden.