Clemens Vanderstraeten (hij schreef als een van de weinigen zijn familienaam in één woord) werd geboren te Hasselt op zondag, 21 januari 1887. Hij studeerde te Hasselt, Sint-Truiden en Luik en werd in de Vurige Stede op 28 maart 1910 tot priester gewijd. Toen volgde hij te Leuven nog de studierichting Klassieke Filologie, die hij combineerde met Oosterse Talen.
Vanderstraeten gaf voor en na WOI les aan het Collège Saint-Martin te Seraing – tussen 1914 en 1918 was hij gemobiliseerd als leger-aalmoezenier – en werd in 1930 te Seraing directeur van dezelfde school.
Anno 1934 benoemde de bisschop Clemens Vanderstraeten tot pastoor in Beverlo-Centrum. Tijdens zijn mandaat slaagde hij erin een tweedeling van het dorp (Vlaamsgezinde katholieken stonden tegenover belgicistische liberalen) te voorkomen door verzoenend op te treden. Ook maakte hij het beruchte bombardement op Beverlo mee (12 mei 1944), toen Britse bommenwerpers per vergissing de lokale Zuidstraat en de tuinwijk van Beringen-Mijn bombardeerden. Pastoor Vanderstraeten stond die dagen in de bres om zieken bij te staan en een massabegrafenis te leiden.
Na WOII trad ZEH Vanderstraeten in Beverlo af als bibliothecaris, een taak die hem zeer na aan het hart lag: hij wou zijn parochianen leren lezen! De pastoor was trouwens een authentieke taalliefhebber die zelf creatief sonnetgedichten schreef en regelmatig publiceerde. Het gros van zijn werk is verzameld in twee compilaties : ‘Stille Preludieën’ (1926) en ‘Quadrifoliën (1953).
In 1955 werd Clemens Vanderstraeten, intussen bevorderd tot ‘erekanunnik’, door het bisdom Luik aangesteld als secretaris van de bisschoppelijke rechtbank. Hij verhuisde van Beverlo naar Luik, maar behield steeds het contact met zijn kennissen en parochianen in Limburg. Het warme gevoel waarmeer Vanderstraeten zijn dorp verliet, was trouwens wederzijds. Niet lang na zijn afscheid werd besloten de bibliotheek van Beverlo naar zijn naam te noemen. Enkele jaren geleden doekte een beslissing van de stedelijke overheid van fusiegemeente Beringen de bibliotheek op. Een mooie (en wellicht de laatst tastbare) herinnering aan de pastoor ging daarmee teloor! Op 9 oktober 1961 overleed de erekanunnik te Hasselt, waar hij op het stedelijke kerkhof begraven werd.