“Wat voorbij is, is voorbij”
Hoe vaak horen wij tegenwoordig deze platitude als de nobele wetenschap die ‘Geschiedenis’ heet, wordt aangehaald! Mensen die heden ten dage met twee voeten in de wereld staan liggen amper wakker van de voltooid verleden tijd. Zij hebben het momenteel te druk. En de jeugd verkijkt zich meer dan ooit op de digitale apparaten om het leven aangenamer te maken. Enkel de ouderen hebben het nog wel eens over ‘de goede, oude’ tijd’, waarbij zij door hun jongere soortgenoten al te graag worden weggezet als ‘passé’, ‘niet meer bij de tijd’, ouderwets….
Nochtans luidt een ongeschreven wet dat de kennis van de geschiedenis lissen inhoudt voor het leven van vandaag en in de toekomst. Althans, dat wordt zo theoretisch in het secundair onderwijs aangeleerd. Alleen blijft de praktijk veelal uit. Ook in Beverlo woedt deze discussie. Wij zijn aal een tijdje 21ste-eeuwse burgers. Is het doen en laten van Beverlonaren uit de eerste helft van de 20ste eeuw (of vroeger) nog interessant? Wie herinnert zich die mensen? Is het geen tijdverlies om het af en toe opnieuw over hen te hebben, bijvoorbeeld in artikels die in Erfwacht verschijnen? Bevat het recentere verleden, zoals dat van de zestiger, zeventiger en tachtiger jaren, geen intrigerender onderwerpen? Want lezers van vandaag kennen ne prominenten die toén leefden, meestal nog. Zelfs in de schoot van Heemkunde-Beverlo, een vereniging die nochtans graag ’terugkijkt’, zijn beide kampen aanwezig.
Beverlo zou echter vandaag Beverlo niet zijn, mochten figuren die destijds als wegbereiders, als pioniers fungeerden, niet hebben bestaan. Zonder hen was het met die dorp anders gelopen en niet altijd ten goede! Deze roergangers verdienen het dat hun hulde wordt gebracht. Ook al gebeurt dat momenteel bijna altijd postuum! Deze artikelenreeks hoopt daar wat aan tegemoet te komen.