Streekdialecten

streekdialectHet dialect in Beverlo is in een woordenboek uitgegeven.  Dit werk werd ‘Bjêvels’ gedoopt en telt 318 bladzijden. Het is een volumineus woordenboek en een indrukwekkende inventaris waarin de auteur, Louis Vandermeeren, niet alleen het algemeen Nederlands met het Bjêvels vergelijkt, maar de talloze woorden ook kruidt met voorbeeldzinnen die het ook voor de niet-Beverlonaar mogelijk maakt dit dialect te begrijpen.

Het dialect is een vorm van taal die in klanken, zegswijzen, buiging, zinsbouw en tempo, afwijkt van Algemeen Beschaafd en die gesproken wordt door een groep mensen die in dezelfde ‘streek’ wonen.  Het woord ‘streek’ wordt in dit werk door de auteur verengd tot ‘plaatselijk’.

De woordenlijst is plaatsgebonden  (Beverlo) maar niet tijdsgebonden. Het vermelde dialect zegt ons niet alleen hoe men NU in Beverlo ‘klapt’ maar ook, en dit was het opzet van dit werk, hoe VROEGER het ‘Bjêvels’ klonk.

Het is vooral de bedoeling geweest om het ‘aad-Bjêvels’ te registreren en aldus te bewaren  voor de toekomst.

audiofragment Beverloos dialect
audiofragment Beverloos dialect
Interview van Robert Leyssens - fragment TVL
Interview van Robert Leyssens – fragment TVL

De voornaamste bron om het materiaal te verzamelen was de eigen woordenschat en deze van personen die het plaatselijk dialect gebruikten. Een Nederlands woordenboek werd als leidraad gebruikt ten einde zeker geen woorden te vergeten. De alfabetisch gerangschikte A.N.-woorden werden als vertrekpunt genomen. Dan volgt de omzetting in het Beverlose dialect. Zo kan een niet-Beverlonaar het boek eveneens gebruiken.

De auteur heeft getracht alles zo eenvoudig mogelijk te houden en te schrijven zoals het wordt gesproken. Hij was daardoor verplicht enkele bijkomende schrifttekens te creëren :

  • de slot “n” wordt niet uitgesproken en dus ook niet geschreven
  • lange klanken (aa-ee-oo-uu) worden, ook in open lettergrepen, lang geschreven

bv. hooze (hazen),  haatere (houten),  rizeneere (spreken),  grooje (raden),  suure (schommelen)

  • de “e” wordt altijd uitgesproken als doffe “e” (als in het lidwoord “de”)
  • de “d” of “t” volgenop het einde van een woord, volgenhet A.N.

bv. hèd (hard),  hèt (hart)

Bijkomende tekens :

”     = korte tot zeer korte doffe “e”     bv. wèr”ke (werken)

ö     = doffe “e”     bv. stön (staan,  nö (naar),  wöfke (wijfje),  öt (uit)

è     = scherpe “e”     bv. hèd (hard)

ê     = “vuile” “ij” of “ei”     bv. grê”s (grijs)

oa  = klinkt als in call (eng.)     bv. voare (varen)

ù    = korte “oe”     bv. gùje (goede)

ûî   = “vuile” “ui” en klinkt als in bird (eng.)     bv. bûîte (buiten)

 

Opmerking  : woorden en/of letters verbonden door een koppelteken worden als één woord uitgesproken    bv. zè-d-er? (zijt gij?)

 

Voor bijkomende info : raadpleeg : PUBLICATIES : ‘Boeken uitgegeven door de Heemkundige Kring”